Er is goed en slecht nieuws over relapses (terugval). Het slechte nieuws is dat veel cliënten problemen hebben met relapse in het vroege stadium van herstel. Ongeveer twee derde van de cliënten heeft binnen drie maanden na het verlaten van de behandeling een relapse. We noemen dat een SLIP, Sobriety Losing It’s Priority. Het goede nieuws is dat de meeste mensen die door de gehele behandeling gaan uiteindelijk in staat zijn een stabiel herstel te bereiken. Relapse hoeft jou niet te gebeuren en zelfs als het je gebeurt, kun je er iets aan doen. Relapse preventie is een dagelijks programma dat een relapse kan voorkomen. Het kan er ook voor zorgen dat je een relapse tijdig ziet aankomen, en daardoor in een vroeg stadium kunt ingrijpen.
Relapse is een proces
Relapse is een proces dat veel eerder begint dan het oppikken van drugs of alcohol. Er gaan bepaalde symptomen aan vooraf. Leer deze symptomen te herkennen en te controleren voordat ze leiden tot het gebruik van drugs of alcohol. Als je de symptomen negeert zonder actie te ondernemen, kom je uiteindelijk in serieuze problemen.
Alle relapses beginnen met waarschuwingen die aangeven dat je in de problemen aan het raken bent. Als je deze signalen niet herkent, verval je in oud gedrag ga je en uiteindelijk weer gebruiken. Alle signalen zijn een reactie op stress en laten je ziekte weer aan de oppervlakte komen. Het zijn indicatoren die je lichaam en geest vertellen dat je in de problemen aan het raken bent. Gorski and Miller herkenden 37 waarschuwingstekens in cliënten die waren teruggevallen. Wellicht herken je niet al deze signalen, maar je krijgt er zeker een aantal voordat je daadwerkelijk drugs of alcohol gebruikt. Kijk naar welke symptomen het meest bij jouw karakter passen en ontwikkel vaardigheden om met deze symptomen om te gaan.
Hieronder staan 37 waarschuwingstekens:
- Vrees over je welzijn
- Ontkenning
- Keiharde toelegging op nuchterheid
- Compulsieve pogingen om anderen nuchter te krijgen
- Defensief gedrag
- Compulsief gedrag
- Impulsief gedrag
- Eenzaamheid
- Tunnelvisie
- Kleine depressie
- Verlies van constructieve planning
- Plannen falen
- Dagdromen en wensgedachten
- Het gevoel hebben dat niets kan worden opgelost
- Constante wens om gelukkiger te zijn
- Periodes van verwarring
- Irritatie met vrienden
- Snel opkomende boosheid
- Onregelmatige eetgewoontes
- Lusteloosheid
- Onregelmatige slaap
- Afname van dagelijkse structuur
- Periodes van diepe depressie
- Onregelmatig bezoek van meetings
- Ontstaan van de ‘’Het kan me niets schelen” houding
- Openlijke afwijzing van hulp
- Ontevredenheid met het leven
- Gevoelens van machteloosheid en hulpeloosheid
- Zelfmedelijden
- Gedachten omtrent sociaal gebruik
- Bewust liegen
- Compleet verlies van zelfvertrouwen
- Onredelijke wrok koesteren
- Stoppen met alle behandeling
- Sterk gevoel van eenzaamheid, frustratie, woede, en spanning
- Begin van gecontroleerd gebruik
- Verlies van controle
Als je één van de bovenstaande signalen herkent, moet je actie ondernemen. Maak een lijstje met vaardigheden die je kunt gebruiken om de meest voorkomende symptomen te bestrijden. Dit gebeurt, je ervaart zeker problemen in je herstel. Het is jouw taak om actie te ondernemen. Onthoud: elk symptoom is een signaal dat er gevaar dreigt. Je komt in de problemen. Maak een lijstje met wat je gaat doen. Ga je sponsor bellen of je counselor, iemand in NA/AA, met iemand praten, hardlopen, bidden, het Big Book lezen, iets leuks doen, of laat het over aan je hogere macht.
Herken het patroon
Alle gedrag verloopt volgens een bepaald patroon. Eerst is er de trigger. Dit is een externe gebeurtenis die de ketting opstart. Na de trigger komt het denken. Veel van je gedachten zijn erg snel en gebeuren niet bewust, tenzij je even de tijd neemt om te stoppen en na te denken. De gedachten wekken gevoelens op, die je de richting en de energie geven om actie te ondernemen. Daarna komt het gedrag, ofwel het handelen. En als laatste komen de consequenties van de ondernomen actie.
In elke fase van de gedragsketting kun je werken aan het voorkomen van een relapse. Eerst moet je je eigen triggers onderzoeken. Welke omgeving of gebeurtenis kan leiden tot gebruik? Bepaal welke mensen, plaatsen en dingen je kwetsbaar maken voor een relapse. Blijf zo veel mogelijk weg van deze triggers. Als er zich toch een trigger voordoet, gebruik dan één van je nieuwe vaardigheden. Laat de trigger je niet in oud gedrag doen vervallen. Stop en denk na. Kijk of je juist denkt, naar wat waar is en wat niet.
Evalueer elke dag in Stap 10
Als je een dagelijks herstelprogramma volgt, stijgt je kans op succes aanzienlijk. Je moet je herstel elke dag evalueren in je Stap 10 inventarisatie. Vul deze inventarisatie elke dag in na je behandeling en houd een journal bij van hoe het met je gaat. Je zult verbaasd staan als je je eigen journal terugleest van tijd tot tijd, en van je eigen vorderingen!