Bij het woord ‘verslaving’ denken mensen veelal aan junks die aan lager wal zijn geraakt en een continue drang naar alcohol, cocaïne en andere drugs hebben. Mensen die de straten onveilig maken en de maatschappij alleen maar tot last zijn. Er is een andere werkelijkheid. “Er bevinden zich meer verslaafden in de boardroom, dan onder de brug”. Deze bekende uitspraak van Don Schothorst geeft te denken. Hoe kom je dan eigenlijk aan een verslaving? En waarom hebben verslaafden zoveel moeite om van een verslaving af te komen? Wetenschappelijk onderzoek geeft antwoord: verslaving is een chronische hersenziekte die iedereen kan treffen. Het is een ziekte die niet simpelweg te genezen valt met wilskracht alleen. Verslaafden moeten dan ook niet gezien worden als zwakke mensen die niet flink genoeg zijn om met hun middelenmisbruik te stoppen. Verslaving is met stip hersenziekte nummer 1.
Waarom is verslaving een hersenziekte?
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat bij het ontstaan als wel bij het verdere verloop van verslaving drie delen van de hersenen betrokken zijn, te weten:
- Het beloningscentrum
- Het geheugen
- De neo cortex
Het beloningscentrum
Dit gedeelte van de hersenen zorgt ervoor dat bepaalde gedragingen met een prettig gevoel beloond worden. Alcohol, cocaïne en andere drugs kunnen het beloningscentrum op een krachtige manier prikkelen. Daarom ga je je na gebruik van deze middelen lekker voelen. Ook gedragingen die voor het voortbestaan van het leven van belang zijn, zoals eten en seksuele activiteit, kunnen voor deze prikkeling zorgen.
Het stofje wat verantwoordelijk is voor de prikkeling heet dopamine. De meeste drugs zorgen ervoor dat dopamine op een directe of een indirecte manier afgegeven wordt. De afgegeven dopamine wordt opgevangen door dopaminereceptoren.
Nu kan een bepaald gen ervoor zorgen dat er minder dopaminereceptoren zijn gevormd. Deze genetische structuur is erfelijk van aard. Het beloningscentrum functioneert dan minder goed, waardoor iemand minder goed in staat is te genieten. Bij deze mensen zal het gebruik van alcohol, cocaïne en andere drugs een zeer krachtige en positieve ervaring opleveren; hierdoor zijn zij vatbaarder voor verslaving.
Bovendien neemt door frequent gebruik van alcohol, cocaïne en andere drugs het aantal dopaminereceptoren af. Hierdoor zal steeds meer van het middel gebruikt moeten worden om het oorspronkelijke effect nog te kunnen voelen. We spreken dan vaak van ‘gewenning’ aan het middel, maar langdurig gebruik van alcohol, cocaïne en andere drugs levert blijvende verandering in het brein op. Er verandert dus iets definitiefs in het functioneren van de hersenen.
Samengevat zijn er dus twee redenen waarom verslaafden minder dopaminereceptoren hebben, namelijk door genetische bepaling en voortdurend gebruik van een middel.
Het geheugen
Dit gedeelte van de hersenen zorgt ervoor dat je positieve ervaringen vastlegt. Het positieve gevoel na gebruik en de omstandigheden waaronder dit gebruik plaatsvindt wordt in het geheugen opgeslagen. Deze herinneringen kunnen later een sterke trek of verlangen oproepen. De manier waarop herinneringen aan middelengebruik door het geheugen worden opgeslagen, betekent in zekere zin ook een verandering in de hersenen.
Zowel het beloningscentrum als het geheugen zijn gelokaliseerd nabij of in de middenhersenen, die op hun beurt betrokken zijn bij verlangens, instincten en emoties maar ook gevoelens als dorst en honger. Niet zelden lijdt langdurig middelengebruik van verstoring van dit soort affecten.
Uit wetenschappelijk onderzoek is tevens gebleken, dat bij verslaafden de neo cortex minder goed functioneert. De neo cortex vormt het rationele deel van de hersenen. Zij heeft tot taak de conflicten tussen verlangens naar het effect en de roes van middelen en rationele overwegingen tot een compromis te smeden. De middenhersenen zullen willen toegeven aan deze verlangens, de neo cortex zal dit willen voorkomen.
Conclusie
Een verslaving kan in alle lagen van de bevolking voorkomen. Vaak zetten stress, werkdruk, onzekerheid en een gevoel van onbehagen aan tot de start van middelengebruik. Maar het einde van middelengebruik en verslavingsgedrag is door de activiteiten in de hersenen doorgaans ver te zoeken.
Stoppen met een middel waaraan je verslaafd bent is helemaal niet simpel. Je eigen hersencellen gaan je dwarszitten; door een minder goed functionerend beloningssysteem (deels genetisch bepaald) en een minder goed functionerende neo cortex. Bovendien zorgt langdurig gebruik voor een definitieve verandering: er komen minder dopaminereceptoren en er ontstaan krachtige herinneringen. Door deze veranderingen raakt iemand nog vatbaarder voor verslaving.
Afkicken van een verslaving kun je niet alleen, daar heb je hulp bij nodig. Professionele hulp van mensen die je verslavingsproblemen (h)erkennen en ze serieus nemen in een instelling die je een succesvol bewezen behandeling kan aanbieden.
Denk je zelf verslaafd te zijn of ken je iemand die worstelt met de ziekte verslaving, wacht dan niet langer en zoek hulp! Een verslaafde is namelijk niet verantwoordelijk voor zijn ziekte, maar wel voor zijn herstel.
Jos van den Boomen
Klinisch psycholoog, psychotherapeut en GZ-psycholoog
Lees meer over een drugsverslaving of alcoholverslaving.