Maikel heeft een coke- en gokverslaving, en is nu drie jaar clean

Maikel is 36 jaar, en zestien jaar samen met zijn geliefde (waarvan tien getrouwd). Hij heeft een dochter (10) en een zoon (3). Maikel heeft een coke- en gokverslaving, en is nu drie jaar clean.

Rond mijn elfde begon ik al met blowen, en rond mijn zestiende raakte ik gokverslaafd. Voor die gokverslaving zocht ik hulp bij de AGOG, waar ik de jongste was, en dankzij vele meetings ben ik gestopt met gokken. Blowen bleef ik wel doen. Toen ik mijn vrouw leerde kennen, stopte ik daarmee, op haar verzoek – en toen werd het alcohol. Steeds had ik wel een excuus en ik praatte alles goed: ik kan niet slapen, als ik een biertje drink wel; dat soort dingen. Dat werd dagelijks, en het aantal biertjes steeds hoger. Dat was natuurlijk niet goed voor de relatie, dus spraken we af dat ik alleen in het weekend dronk. Maar er was geen ontkomen aan de verslaving.

Diep in verslaving

Toen mijn moeder na een lang ziekbed overleed, kwam ik in een diepe verslaving terecht. Ik verhandelde zelf al cocaïne en had het dus tot mijn beschikking, maar snoof tot dat moment zelf niet. Een half jaar na het overlijden liet ik me op een feestje overhalen. Dat werd tweewekelijks, wekelijks, en toen dagelijks zo’n 3 a 4 gram. Ik begon ook weer met gokken in casino’s, dagenlang. Ik werkte voor mezelf, dus dat viel niemand op. Ik zei gewoon dat ik op mijn werk was. Intussen gooide ik 1.000, 1.200, 1.500 euro in gokkasten. Aangezien ik ook de financiën deed, had mijn vrouw niks door. Tot het moment dat er rekeningen en herinneringen kwamen – waar ik dan weer glashard over loog.

De interventie

Op een dag kwam ik thuis en zaten er familieleden in de woonkamer: een interventie. Ze vroegen zich af wat er aan de hand was. Ik ontkende alles. Mijn vrouw had mijn spullen al gepakt en stuurde me weg; ik mocht pas terugkomen als ik eerlijk was. Ik ging, maar voelde me zo slecht, ik wilde hulp. Ik maakte een groepsapp aan en biechtte op dat ik verslaafd was, dat ik opgenomen wilde worden. Sterker nog, ik was twee maanden voor die interventie zelf al klinieken aan het zoeken, zo graag wilde ik stoppen. Het ging niet langer. Mijn vrouw en de mensen om mij heen waren er kapot van, van wat ik hen aan deed. En veel dingen kon ik mij niet eens herinneren, dat zijn zwarte gaten in mijn geheugen. Zoveel gebruikte ik. Als ik zo door zou gaan, zou ik alles verliezen wat ik lief had.

Groei vanuit weerstand

De opname in de kliniek begon met de detox. “Als dit alles is, dan red ik het wel”, dacht ik nog. Dat was een koude kermis! In het begin zat ik volop in de weerstand. Open en eerlijk? Ik wist niet wat dat was. Ik was een semi gangster, voelde me de man. Achteraf was ik gewoon een hele onzekere jongen. De eerste drie weken had ik een counselor met wie ik niet lekker klikte. Toen ik een vervanger kreeg, voelde ik meer ruimte. Stukje bij beetje stelde ik me meer open – hoewel vanuit weerstand: “ik ben dan wel verslaafd, maar ik kan straks heus nog wel een biertje drinken. Ik ben geen heroïne verslaafde ofzo”. Ik hoor het me nog zeggen. Ik had nog niet door hoe ziek ik echt was. Maar hoe meer open en eerlijk ik was, hoe meer stappen ik ging zetten. Ik leerde praten. De familiedag was pittig en schaamtevol, maar maakte me zo nederig. Je moet je verhaal doen tegenover andere mensen, je kijkt in een spiegel en hoort wat je anderen hebt aangedaan. Tijdens groepssessies en individuele sessies zochten we naar de oorsprong van mijn probleem, dingen die gebeurd zijn in mijn jeugd. Dingen die ik toen grappig vond, maar die eigenlijk niet hoorden en niet normaal waren. Ik heb een groot stuk van mezelf leren kennen en onder ogen mogen zien.

Behandel een ander zoals je zelf graag behandeld wilt worden

Eenmaal uit de kliniek deed ik 86 meetings in 90 dagen, na verloop van tijd werd dat 3 a 4 per week. Hierdoor, en door de periode in de kliniek, ben ik een ander mens geworden. Half eerlijk bestaat niet. En wat voelt het goed om zo te veranderen! Ik merk dat ik mij als mens en spiritueel gebied mag ontwikkelen. Ik ben heel gelovig, dat was ik kwijtgeraakt maar heb ik dankzij de kliniek weer terug. Ik bid iedere dag, dat geeft mij kracht en steun. Ik leef iedere dag met de gedachte ‘behandel een ander zoals je zelf graag behandeld wilt worden’ en probeer iedere dag stap 10 te doen: hoe was je dag, waarin kun je nog werken? Daardoor mag ik groeien, en daar voel ik me goed bij.

“Wat nou als ik zeg dat ik kanker heb, ben ik dan stom?”

Mijn huwelijk is sterker dan ooit en ik mag weer een papa zijn voor mijn kinderen. Afgelopen maart verloren we ons zoontje tijdens de zwangerschap. Mensen zeiden ‘hou Maikel maar in de gaten’. Maar geloof mij; liever deze pijn dan terugvallen. Pijn mag er zijn, ik loop er niet meer voor weg. In het begin had ik moeite met praten en viel ik terug in oud gedrag, maar ik heb geleerd het aan te geven als ik niet weet hoe iets moet, en als ik hulp nodig heb. Ik probeer iedere dag een beter mens te zijn.

Verslaving is niks om je voor te schamen. Van veel mensen hoorde ik achteraf ‘hoe kon je nou zo stom zijn?!’. Ik zei dan, ‘wat nou als ik zou zeggen dat ik kanker heb, ben ik dan stom?’. Dat vonden ze natuurlijk niet hetzelfde. Maar als ik hiermee door zou gaan, ga ik ook dood! Veel mensen snappen niet dat verslaving een ziekte is. In het begin ging ik de discussie nog aan, nu laat ik het zo. Verslaving hoort bij me, het is een stukje van wie ik ben. Ik schaam me niet voor mezelf.

Ben jij of een naaste verslaafd?

Er is hulp. Bel ons: 033 – 204 85 50 of vul direct het intake aanvraagformulier in.

Stel vrijblijvend jouw vraag

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.